Op mijn 46e kreeg ik voor het eerst borstkanker. Al 17 jaar loopt het met me mee. Nu word ik niet meer beter. Het is uitgezaaid naar mijn botten. Helaas is de kanker mij te vertrouwd, ook vanuit de familie. Mijn oma en moeder zijn hier helaas te jong aan overleden.
Ik ben al veel verder gekomen, zij zijn mij voor gegaan. Vaak moet ik aan ze denken. Dat geeft verbinding en kracht.
Ik heb een ziekte, maar ik ben meer dan mijn ziekte. Dat geeft ruimte en lucht.
Ik heb mijn leven vertraagd, daardoor krijg ik meer. Ik wandel graag in de natuur. Mijn zintuigen zijn intenser, ik voel, ruik, proef, hoor en zie meer kleuren. Hierdoor voel ik meer compassie, liefde naar mezelf en de ander.
Ik ben gaan schrijven, kleine gedichtjes. Dat geeft voldoening, ik heb n.l nog zoveel te vertellen.
Graag wil ik nog van betekenis zijn ook al is mijn behandeling nu palliatief. Dat staat in mijn status. Hiervan kan je al gelijk gaan liggen.
Gelukkig ben ik meer dan palliatief.
Het zijn de goedbedoelde woorden die niet kloppen, maar zo binnen kunnen komen. Ik weeg de woorden en uitspraken met aandacht en buig ze om naar meer heilzame en van zuivere betekenis. Zo worden ze van een liefdevolle schoonheid.